NOG MEER ONDERAARDSCHE GANGEN?

uit de krant: Nieuwe zuid-hollander d.d. 16 augustus 1937
Nog meer onderaardsche gangen in Gouda?
Gang in de richting Schoonhoven wordt aangewezen.
Wichelroede èxperimenteert weer.

ZIJN er nog meer onderaardsche gangen in Gouda? Dat was de nieuwe vraag die lag op aller lippen van hen, die geinteresseerd waren hij het jongste experiment, dat mevr. N Klein Sprokkelhorst, de wichel. roedeloopster uit Zeist Woensdag in Gouda heeft gehouden en waarbij zij tot tal van aanwijsbare vastsiellingen is gekomen.

Zeer veel van hetgeen zij als den loop van onderaardsche gangen en gewelven aanwees, was na te gaan aan de hand van zich op het Museum en jet de Librye bevindende beschrijvingen en situatie-teekeningen. Maar er is thans nog meer aan het licht gekomen.
Gisteren namelijk, zijn een 25 wichelroedeloopers in Gouda geweest, die eensdeels hun eigen krachten op dit nieuwe object wilden beproeven, doch anderzijds de vondsten van mevrouw Klein Sprokkelhorst controleeren.
Dezer dagen toch, werd in Den Haag het jasrlijksche congres gehouden van de Nederlandsche Vereeniging tot bestudeering
het wichelroede-vraagstulk ,,De WichelTer gelegenheid van dit congres werd
een excursie naar Gouda gemaakt, om daar een bezoek te brengen aan de omgeving van den molen ,,’t Slot”, eigendom van den heer
N. H. van Schelven, waar van omstreeks 1330 tot 1577 het Kasteel van Gouda heeft gestaan.
Van genoemde vereeniging waren o.n.’. aanwezig de heeren J. Chr. Tengbergen uit Den Haag, voorzitter van het hoofdbestuur; C. G. Verkade uit Blaricum,. secretaris-penningmeester dezer vereeniging; de adviseerende hoofdbestuursleden de heeren J. W. Verloop uit Groenekan en drs. J. Borghouts.
Verder waren op uitnoodiging van het hoofdbestuur van ,,De Wichelroede” ook bij dit experiment tegenwoordig de heer en mevrouw Klein Sprokkelhorst uit Zeist, welke laatste dus de eerste ontdekkingen heeft gedaan. Ook woonden dit experiment bij burgemeester en mevrouw Gaarlandt, de wethouder van Openbare Werken, de heer E. A. Polet en de wethouder van financiën, mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen.

Nieuwe ontdekkingen.

Het was uiteraard een curieus gezicht, zoo’n entwintig wichelroedeloopers te zien exnenteeren. Er waren de meest vreemdsoorige apparaten Lii. We zagen een prachtige zilveren wichel, die later buitengewoon fijngevoelig bleek te zijn, maar ook allerhande stukjes koper- en ijzerdraad in de
meest vreemdsoor~ige vormen tot zelfs boomtakjes toe.
De publieke belangstelling was dezen keer wel zeer groot, doch door de politie werden de kijkers op een afstand gehouden.
Evenals verleden week Woensdag, werd ook nu over den IJssel gevaren. Het geheele gezelschap, waaronder zich ook de hier-voren genoemde personen bevonden, maakte de excursie mee.
De palen, die verleden week door den dienst van Gemeentewerken- in den IJssel-bodem waren geslagen ter afbakening van de door mevrouw Klein Sprokkelhorst aangewezen gang, waren er inmiddels weer uitgehaald, zoodat niets meer – behalve de in kaart gebrachte bevindingen van mevrouw Klein Sprokkelhorst, welke zich bij den burgemeester bevonden – als richtsnoer kon dienen.
Maar dat was ook niet noodig, want al spoedig hadden de meeste wichelaars, we. mevrouw Klein Sprokkelhorst zèlf, de bewuste gang weder gevonden.
Doch er bleek nog méér. Woensdagmorgen peilde mevrouw Klein Sprokkelhorst op korten afstand van de door haar aangegeven gang onder den IJssel, een nieuwe gang, doch slechts op een bepaalde plaats en er werd geen verdere aandacht aan geschonken. Maar nu sloeg de wichel opnieuw uit, zoodat het vermoeden gewekt werd, dat er zich nog een tweede gang onder den IJssel zou bevinden.

Tweede gang onder den Ijssel?

Toen aan den overkant voet aan vasten wal was gezet, begon het experiment door de diverse wichelaars opnieuw. Niet allen bleken zij door mevrouw Klein Sprokkelhorst reeds aangeduide gangen te kunnen aanwijzen, doch de meesten hunner wèl. Met groots belangstelling werden de verschillendè experimenten gevolgd.

Totdat men aan een plaats kwam, links van de reeds vastgestelde gang, die vanuit het kaaspakhuis van den heer S. Meyer (naast den molen van den heer Van Schelven) onder den IJssel doorloopt naar den Gouderakschen dijk tot in het vooronder van het aan den poiderkant gelegen boerderijtje van den heer Van der Hee, waarin zich vroeger het Rechts-huis bevonden heeft. Mevrouw Klein Sprokkelhorst volgde verleden week deze gang ~.’anuit den IJssel tot in deze woning en met een bocht liep deze aan den anderen kant weer terug naar de rivier. Dat werd wel vreemd gevonden, omdat verhalen de ronde doen van een onderaardsche gang in de richting Schoonhoven. Gevonden werd echter niets.
Doch Zaterdagmiddag stuitte een der heeren vlak aan den IJsselkant, op slechts 30 meter afstand van de reeds aangeduide gang, op een tweede gang, tenminste, de roede sloeg uit. Doch daarbij blééf liet. Niemand slaagde erin, het uitslaan van de roede op dat punt te verklaren.
Mevrouw Klein Sprokkelhorst werd er bij geroepen, die ook haar krachten beproefde en er na zeer korten tij in slaagde, een tweede gang aan te duiden. Wat was het geval?
Er is inderdaad alle reden om aan te nemen dat zich daar een tweede gang bevindt. Immers, in het kaaspakhuis van den heer Meyer, dus aan den Goudschen Ijssel-kant, wees de wichel van mevrouw Klein Sprokkelborst den loop van een tweede gang aan, doch zij kon den verderen loop ervan op dat moment niet verklaren. Merkwaardig blééf toch die bijzondere peiling ter linkerzijde van de door
haar vastgestelde gang. Maar nu werd dit verder opgelost, in dien zin, dat zij het verdere verloop kon aanwijzen.
Al peilende terwijl de: wlchel op bepaalde plaats bleef uitslaan, stelde ze vast, dat. de tweede gang, die in genoemd kaaspakhuis tèr linkerzijde van de gang onder den IJssel door haar werd waargenomen, zich eveneens onder den IJssel voortzet en wel op een afstand van pl.m. 30 meter. Aan den overkant zet deze gang zich voort en wel….. in de richting Schoonhoven! Voila! Deze gang is echter niet zoo breed als die, welke verleden week door haar gevonden werd, nl. slechts 2 ~ 3 meter, doch de diepte is vrijwel gelijk aan de eerste, n.l. 8 ~ 9 meter.
Vanaf den molen van den heer ‘Van Schelven gezien, loopt er dus rechts een gang in de richting Gouderak en links één in de richting Schoonhoven. Of zij echter werkelijk deze stad bereikt, zal t. g. t. moeten worden nagegaan.
Verder werd op het terrein der N.V. Koudasfaltfabriek, tusschen den IJsselkant en den Gouderakschen dijk, door mevrouw Klein Sprokkelhorst weer een andere fundeering of ingestorte gang gevonden, welke in cirkelvorm loopt. Al spoedig bleek, dat deze in verbinding staat met de beide zoo juist bedoelde gangen. Aan den eenen kant komt zij uit op de gang naar Schoonhoven en aan den anderen kant correspondeert zij op de eerst-ontdekte, die via het voormalige Rechtshuis naar den IJssel terugloopt. Een hiaat dat er verleden week in den loop dezer gang bleek te zitten, werd thans weggenomen.
Deze plek werd ook door de andere wiclielroedeloopers gecontroleerd en de resultaten waren bij de meesten dezelfde!
In. het Houtmansplantsoen werd het experiment herhaald en alles wat daar werd geconstateerd, had mevrouw Klein Sprokkelhorst reeda eenige dagen te voren ontdekt. Hier viel dus niets nieuws te beleven.
De burgemeester van Gouda, de heer E. G. Gaarlandt, heeft na afloop van het experiment den voorzitter van de Nederlandsche vereeniging tot bestudeering van het wichelroedevraagstuk ..,De Wichelroede” gevraagd om de op schrift te stellen resultaten en bevindingen aan het gemeente-bestuur van Gouda te willen kenbaar maken en t. g. t. van advies te dienen bij de eventueele opgravingen op deze historische plek.
Het wachten is nu op hetgeen de naaste toekomst aan mogelijkheden bieden zal.

Een abonné te Dordrecht – oud-stadgenoot – schrijft ons:
Mag ik naar aanleiding van de artikelen over Gouda’s onderaardsche gangen de opmerkeing maken, dat behalve hetgeen is medegedeeld,~ onder de Goudsdhe bevolking van ouds de traditie leeft, dat de onderaardsche gang onder den IJsel doorgaat en dat zij loopt naar den molen (?) Het Roosje, op de helft van den weg naar Haastreolit, en dat Jacoba van Beieren daarvan gebruik gemaakt heeft? Aangezien mevr. Klein Sprokkelhorst daaromtrent niets heeft medegedeeld, zou misschien ook daaromtrent haar meening te vragen zijn. Omtrent de kasematten, die vroeger gevonden zijn, loopt de traditie onder ’t volk, dat het kazematten van de Spaansche soldaten zouden zijn.
De abonné voegt aan het bovenstaande toe:
P.S.: Een gang van 25 meter breedte lijkt fantastisch.

(Naar aanleiding valt’ het bovenstaande merken wij op, dat liet onderzoek van j.l. Zaterdag een gang ‘heeft aangewezen in de richting van liet voormalige Roosje. Dit klopt dijs niet de traditie, waarover onze abonné heeft. Wat de gang van 25 meter breedte betreft deelen wij mede, dat dit een zetfout is. De gang naar het huis aan den Gouderakschendijk is slechts 2.5 M. breed. Red.)

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *